Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [10]Olie tot den luchter, [11]specerijen ter zalfolie, en [12]tot roking welriekende specerijen; 10. Welke voor de luchters gebruikt werd om te branden, vs.37. 11. Waarmede men de heilige dingen, als de tabernakel en wat daartoe behoorde, zalven moest, alsook de priesters zelven. 12. Anders, kostelijke kruiden tot reukwerk.